Sprekers: | Dr. N. Pras |
Datum: | 9 oktober 2014 |
Aanvang: | 20:00 uur |
Locatie: | 't Clockhuys, Haren |
Samenvatting
Ouderen vormen een aanzienlijk deel van de bevolking. Volgens het CBS telt Nederland in 2014 16,8 miljoen inwoners, het aandeel 65-plussers is maar liefst 17%, waarvan 25% 80-plus is. Bovendien zal het aantal ouderen de komende jaren versneld toenemen. De kans op het krijgen van ziektes neemt toe met de leeftijd. Tot de meeste voorkomende aandoeningen en klachtenpatronen die in de huisartspraktijk als gelijktijdig optredende co-morbiditeit worden gemeld zijn: depressie, diabetes, osteoartritis, astma/COPD, hart- en vaatziekten en slaapproblemen.
Het gevolg is dat ouderen veel geneesmiddelen gebruiken. De 65-plussers nemen 45% van het geneesmiddelgebruik in Nederland voor hun rekening. Ongeveer 17% van de chronische geneesmiddelgebruikers heeft in een jaar 5 of meer geneesmiddelen gebruikt. Deze groep wordt vaak de "polyfarmaciepatiënt" genoemd.
Bij veroudering treedt atrofie (kleiner worden) op bij veel organen: bij spieren (krachtverlies), hersenen (cognitieve veranderingen), botten (breuken), longen (emfyseem), nier en lever. Daarnaast zijn er degeneratieve veranderingen als artrose en atherosclerose. Wat betreft de lichaamssamenstelling treedt een relatieve toename van vet op tezamen met een vermindering van de totale hoeveelheid lichaamswater inclusief het bloedvolume.
De genoemde veranderingen zullen leiden tot een veranderde farmacokinetiek (geneesmiddelmetabolisme) en –dynamiek (werking van het geneesmiddel) bij de oudere mens.
De kans op ongewenste geneesmiddeleffecten is hierdoor voor ouderen groter dan voor jongere gebruikers, het gaat vooral om bijwerkingen en interacties. Ouderen kunnen met bloedingen in het ziekenhuis belanden door verkeerd gebruik van bijvoorbeeld bloedontstollende middelen, pijnstillers (ibuprofen, diclofenac).
Daarom is maatwerk vereist om ouderen optimaal gebruik te laten maken van geneesmiddelen. Bij het optimaliseren van het geneesmiddelengebruik, de farmacotherapie, moet dan ook sterk met risico-geneesmiddelen rekening worden gehouden. De farmacotherapie bij ouderen vraagt om specialistische kennis.
In de presentatie zal een overzicht worden gegeven van de kwetsbaarheid van orgaanfuncties bij ouderen, in het bijzonder de veranderde farmacokinetiek en farmacodynamie bij geneesmiddelgebruik. Vervolgens zal aan de hand van enkele praktijkvoorbeelden worden besproken hoe geneesmiddelgebruik door ouderen zo optimaal mogelijk kan. Goed geneesmiddelgebruik kan lang bijdragen aan de kwaliteit van leven.
De spreker
Dr. N. (Niesko) Pras (1953) studeerde farmacie met als hoofdvak farmaceutische biologie. Na het behalen van het apothekersdiploma was hij dienstplichtig apotheker bij de landmacht. In de jaren 1980-1984 was hij freelance onderzoeker bij de Consumentenbond op het gebied van zelfmedicatie. In 1988 is hij gepromoveerd bij de RU Groningen op het onderwerp biotechnologische productie van geneesmiddelen. Hij was daarna werkzaam in farmaceutisch biologisch onderzoek en onderwijs. Hij bekleedde diverse bestuursfuncties, o.a. bij het GUIDE (Groningen Utrecht Institute for Drug Exploration), GCDR (Groningen Centre for Drug Research) en bij Farmacie. Vanaf 2003 is hij werkzaam als coördinator/docent bij de basiseenheid Farmacotherapie & Farmaceutische Pati?ntenzorg (Farmacie, RU Groningen). Naast coördineren van onderwijs geeft hij veel onderwijs in de farmacotherapie en begeleidt hij de onderzoeksstage in het 3e Masterjaar van de studie Farmacie. Verder verzorgt hij PAO-cursussen voor apothekers.
Vanuit zijn huidige functie heeft hij een brede interesse in de farmacotherapie, in het bijzonder voor pijn en pijnbestrijding, de geriatrische farmacotherapie (geneesmiddelen bij ouderen) en zelfzorg in het algemeen. Hij voelt sterk zich betrokken bij het onderwijs en is staflid van de Opleidingscommissie Farmacie & Farmaceutische Wetenschappen.
Hij vond het een grote eer om in 2013 gekozen te worden als Docent van het jaar bij Farmacie en werd bovendien gekozen tot docent van het jaar van de Faculteit Wiskunde- & Natuurwetenschappen.