Spreker: | Prof.dr.r. Donald R.A. Uges |
Datum: | 5 november 2015 |
Aanvang: | 20:00 uur |
Locatie: | Sociaal Cultureel Centrum ‘t Clockhuys, Brinkhorst 3, Haren |
Samenvatting
Het vaststellen van “De Waarheid” is het basale doel van ieder onderzoek, zowel in de criminalistiek (waarheidsvinding in het strafrechtelijk onderzoek) als bij ieder wetenschappelijk onderzoek. Bij het Nederlands criminalistisch onderzoek worden steeds veranderende technieken, definities, normen en ethiek aangehouden. Mocht aanvankelijk (1994) het forensisch DNA onderzoek uitsluitend gericht zijn op het individueel matchen van twee monsters in zaken waar een strafbedreiging van mini maal 8 jaar op staat, nu wil de Tweede Kamer dat het NFI hiermee al snel ook de uitwendige eigenschappen van de verdachte probeert vast te stellen. De rechters in Nederland zullen een verdachte veroordelen als zij menen daarvoor voldoende wettig en overtuigend bewijs te hebben. Zo weten we door diverse justitiële dwalingen - zoals bij de Haagse verpleegkundige de Berk - dat de waarheid niet altijd overeenkomt met wat er werkelijk is geschied, of kan bestaan. De waarheid is afhankelijk van tijd, religie, politiek, kennis, inzicht of belang. Volgens Einstein is de werkelijkheid slechts een hypothese. De werkelijkheid kan men beschouwen als de onzichtbare asymptoot van de ultieme waarheid. De waarheid hoeft niet alleen te slaan op een fysiek feit of waarneming, maar ook op het motief, de verantwoordelijkheid en heersende (koker-)visie. Een probleem is de overdracht van de bevindingen door een bèta-deskundige naar een alfa-jurist. In deze lezing zal deze discrepantie worden belicht aan de hand van enkele voorbeelden uit de forensische en toxicologische praktijk van de spreker.
Curriculum Vitae Donald R.A. Uges
Donald R.A. Uges (Arnhem, 1947) behaalde in 1973 het apothekersexamen aan de RuG. In 1976 werd hij ziekenhuisapotheker en hoofd van het klinisch farmaceutisch en toxicologisch laboratorium van de ziekenhuisapotheek van het Universitair Medisch Centrum Groningen. In 1981 werd hij vast gerechtelijk deskundige in Nederland. In 1982 promoveerde hij aan de faculteit W&N van de RuG (Prof dr T. Huizinga en prof dr H. Wesseling promotores). Hij behaalde achtereenvolgens (en was later opleider voor) de aantekeningen van toxicologisch onderzoeker en klinisch farmacoloog en staat o.a. in het Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen. (voor drugs onderzoek, toxicologie en farmacologie. Hij zat in de expertgroepen van het Ministerie van Veiligheid en Justitie betreffende drugs in het verkeer en onderzoek naar de grenswaarden van middelengebruik bij geweld (2012). Hij doceerde criminalistiek, bioanalyse, toxicologie en forensische geneeskunde onder meer aan de RuG. In 1997 werd hij gewoon hoogleraar in de klinische en forensische toxicologie. In 2000 werd hij Ridder in de Orde van Oranje Nassau, in 2003 gedecoreerd met de Irving Sunshine Award in Clinical Toxicology, in 2012 met de Prof. Jan Glerum Prijs voor Post Universitair Onderwijs, werd in 2007 benoemd tot erelid van de KNPSV en in 2013 erelid van de Stichting Kwaliteitsbewaking van Klinische en Geneesmiddelenanalyse en Toxicologie.
In 2012 ging prof dr. Donald R. A. Uges met emeritaat, maar blijft colleges geven aan diverse faculteiten en postuniversitair onderwijs, is promotor en treedt op als gerechtelijk deskundige en zit als actief lid in de Medisch Ethische Toetsing Commissie (Stichting BeBO te Assen).
Hij is getrouwd, heeft 3 kinderen en zeven kleinkinderen.